january 14 2006

garçon taupe, gone bald, hydrus, living ornaments, makazoruki, quarles van ufford
westerslag, narrominded festival, patronaat, haarlem

source: hans de bruijn

source: joost de jong

reviews

haarlems dagblad
peter bruyn

Twee muziekstijlen op een kussen, daar slaapt gekwebbel tussen

Terwijl in de uitverkochte grote zaal van het Patronaat zaterdagnacht duizend mensen zweetten bij de oer-housebeats van de Old Style Rave Classics, gaf een aanmerkelijk selecter gezelschap zich op de begane grond over aan de wonderlijke mix van muziekstijlen waar Narrominded in grossiert. 'Westerslag' hadden Coen Polack en Lars Meijer de presentatie van hun Haarlemse - voorheen Hoofddorpse - onafhankelijke platenlabel gedoopt.

Begonnen als uitlaatklep voor hun eigen - merendeel electronische - project Psychon Troopers, begonnen Coen en Lars in 2000 met het uitbrengen van CDr-albums in beperkte oplagen. Schijfjes van bevriende musici volgden en een mijlpaal werd bereikt met het verschijnen van de verzamel-lp 'We're running out of West' in 2002 met daarop een breed, internationaal spectrum aan musici uit de elektronicahoek. De plaat kreeg wereldwijd erg goede recensies. Vervolgens vertaalde de brede muzikale smaak van Polack en Meijer zich in het uitbrengen van een aantal altijd heftige en grenzen opzoekende rockalbums. Ontertussen duurde de belangstelling voor interessante muzikale software en laptopgepruttel echter gewoon voort. Wat de twee schijnbaar uiteenlopende genres bindt, is dat de muziek consequent van de voorspelbare middenweg afwijkt; altijd is er wel op één of andere wijze spraken van een spannend perspectief of rafelrandje.

In het Patronaat kwamen zaterdag drie elektronische acts en drie rockgroepen voorbij. In de eerste categorie onderscheidde Hydrus zich met een breekbaar evenwicht tussen ritme en melodie. Het duo Living Ornaments verraste door de keuze van verrassende 'niet-muzikale' klanken en het spelen met het stereo-effect. Daar tussendoor ronkten de gitaren: De strak afgemeten 'mathrock met King Crimson-invloeden' van Gone Bald, de 'doemerige', naar de vroege jaren tachtig refererende muziek van het Bosnische Makazoruki, en tenslotte de fel oprispende, instrumentale rock van het Hoofddorps/Amsterdamse trio Quarles van Ufford. Pikant detail is dat de adellijke familie van die naam - en leverancier van bestuurders, diplomaten en burgemeesters - daags voor Westerslag bij Narrominded aanklopte en bezwaar maakte tegen het gebruik van de familienaam als bandnaam. In het Patronaat speelde Quarles van Ufford echter haar afscheidsoptreden, waarmee het probleem zichzelf lijkt op te lossen.

Toch bleken beide uiteenlopende muziekstijlen slecht samen op een kussen te slapen. De vaak naar subtiele balansen zoekende elektronica werd tamelijk bruut opzij gezet door de weerbarsigheid van de gitaarrock. De elektronische acts verdienen een andere, minder kwebbelende ambiance en wellicht ook een ander tijdstip van de dag. Daardoor viel Westerslag, ondanks de hoge muzikale kwaliteit, als festival tussen de wal en 't schip. Ook de samenstelling van het niet al te talrtijke publiek gaf pijnlijk aan dat Narrominded vooralsnog de aansluiting met de Haarlemse 'muziekscene' mist. Of dat aan het label of aan 'Haarlem' ligt is een kwestie waarover je nog een aardige boom kunt opzetten.

original article
vpro, 3 voor12, amsterdam
joost de jong

Westerslag: een avondje inteelt met Narrominded
Het Noord-Hollandse antwoord op Groningen

Het was al laat toen we eindelijk de kleine zaal van het Haarlemse Patronaat betraden. Het was zaterdag 14 januari, tien voor half elf en erg koud buiten. De avond zou in het teken staan van het uitbrengen van de nieuwe albums van Makazoruki en Living Ornaments, en zou bovendien het laatste optreden van Quarles van Ufford zijn. Het voordeel van het lange wachten (de flyer meldde dat het festijn van tien tot vier zou duren) was dat we eenmaal binnen vrijwel meteen konden gaan luisteren naar de openende act.

Die openende act was Gone Bald. Frontman Razorblade Jr. maakte bij opkomst een goede indruk met zijn mooie jasje en dito gitaar, en stal de harten van de luisteraars met opwekkende uitspraken en grapjes met een Kroatisch accent. Maar dat was nog maar het begin: Gone Bald start met het nummer I see hippies turn to zombies meteen loeihard, en hoorden we daar een 7/8 maat? De band wisselde het artistiek verantwoorde gitaargeweld af met sfeervolle intermezzo's en emotioneel geladen gestotter en gekweel, en wist zo de noiserock precies goed te doseren. Ook de synthesizer in het tweede nummer was een mooie toevoeging.

Gone Bald presteerde het te blijven verrassen met plotselinge tempo- en sfeerwisselingen, en het was knap hoe de drummer vrijwel de hele tijd precies in de maat bleef. Het was jammer dat elk nummer eindigde met een oorverdovende feedback, maar wel erg rock-'n-roll. Ook was de zang soms net niet heleaal zuiver, maar wel lekker rauw, en kwam daardoor eerlijk en echt over. Als dit slechts de openende act was, beloofde dat veel voor de rest van de avond.

In de volste overtuiging dat de dj de tijd tussen de acts (op hoog volume) aan het voldraaien was, oriënteerde ik me in de kleine zaal. Ik was dan ook verbaasd toen iemand in mijn oor schreeuwde dat dit al de volgende act was - Hydrus. Die twee jongens achter laptops? Waren ze aangekondigd dan? Toegegeven - er was snel gewisseld.

Hydrus schildert elektronische landschappen. Mooie, serene landschappen op enorm volume. Plotseling was de kleine zaal benauwd, en verlangde ik naar grote witte ruimtes met grote witte banken - deze act was niet geschikt voor deze ruimte. Bovendien leken de twee leden van het elektronische ensemble vooral geïnteresseerd in zichzelf en hun computers: contact met het publiek was er nauwelijks. Best mooi, Hydrus, maar niet op dit podium, en zeker niet op dit volume.

Hé, was dat niet Razorblade Jr.? Inderdaad, de frontman van Gone Bald speelde deze avond gitaar in Makazoruki - volgens de site van Narrominded de beste band van Nederland. Afgelopen zaterdag even niet. De band had een paar weken niet geoefend en dat was te merken. Zanger Skuso deed duidelijk zijn best en zou een uitstekend frontman zijn als zijn stem er niet regelmatig naast zou zitten, en ook de drummer nam teveel hooi op zijn vork en leek het gekozen tempo niet goed bij te kunnen houden. Een schande was dat niet, want dat tempo lag hoog, en de ritmes waren ingewikkeld en afwisselend. De bassist hield het tempo wel goed bij en voorkwam dat de nummers uit elkaar vielen. Ook invaller Razorblade Jr. leverde goed gitaarwerk. Af en toe leek er iets briljants door te schijnen en waren er veelbelovende klanken te horen, maar het niveau viel steeds weer terug. De noiseband was enthousiast en met name de zanger deed erg zijn best een boodschap over te brengen, maar het lukte ze net niet.

Het leek wel alsof door het teleurstellende optreden van Makazoruki de zaal was leeggelopen, maar eigenlijk was iedereen vertrokken om de laatste trein naar Amsterdam te halen toen de volgende act begon. Het overgrote deel van het overgebleven publiek was gaan zitten op de trap, en dat was misschien wel de beste manier om dit optreden van Living Ornaments bij te wonen. De elektronische act van de twee oprichters van Narrominded maakten namelijk veel gebruik van tempowisselingen: soms was een tempo zelfs niet te bepalen. Geen dansmuziek dus; wel mooie luistermuziek. Mede door dat gebrek aan dansbaarheid was er weinig interactie met het publiek, en het is ook de vraag of Living Ornaments op deze locatie wel goed tot zijn recht kwam, of beter door een koptelefoon beluisterd kon worden. Het nadeel daarvan zou zijn dat je niet had kunnen zien dat de twee mannen veel plezier hadden in het maken van hun muziek. Gebruik makende van veel verschillende samples, een synthesizer en hun eigen stem vertelden de twee heren een muzikaal verhaal. Er werd een sfeer gecreëerd, er vond magie plaats en er was progressie te horen binnen de muziek. Een leuk optreden, al werd het nu wel erg laat, en was het volume constant vervelend hoog.

Na een aantal Narrominded MP3J-nummers op even hoog volume kwamen de heren van Quarles van Ufford (met leden van voorheen Morbide Eenheid) op voor hun laatste optreden. Ooit. In de zaal waren nog ongeveer veertig toeschouwers overgebleven, artiesten incluis. De band bestond uit drie totaal van elkaar verschillende muzikanten, regelmatig bijgestaan door een gastmuzikant (de broer van de drummer, en zat die drummer ook niet in Gone Bald?) op saxofoon en, jawel, een theremin. Als je een theremin op het podium hebt staan, kan er weinig meer fout gaan, en eigenlijk ging er helemaal niets fout bij Quarles van Ufford. Het optreden begon swingend en knallend... en bleef swingend en knallend. Ook na een korte familiaire onderbreking met champagne ging de band nog lang swingend en knallend door. Het optreden mondde uit in een eindeloze jamsessie, alsof de band totaal geen zin had die allerlaatste noot te spelen. Vreemd genoeg was het een opluchting toen de band eindelijk het laatste briljante akkoord aansloeg: na een lange avond was een uur lang interessante instrumentele muziek wel erg vermoeiend. Daar kwam nog bij dat het geluid toen al vijf uur lang op straaljagerniveau stond, iets dat niet bepaald rustgevend werkte. Toch was het een goed optreden, van Quarles van Ufford, met - net als de meeste acts deze avond - veel verrassende tempowisselingen en creatief instrumentgebruik. Telrock - zoals de flyer de band beschreef - was een goed gekozen benaming.

Wat was de licht verteerbare dansmuziek van Garçon Taupe een verademing! Het was duidelijk te zien dat de bassist van Gone Bald veel plezier had in het optreden van zijn soloproject. Al gauw waren alle dertig toeschouwers, jong en oud, dansend aan te treffen op de dansvloer, ontwaakt uit een surrealistische droom. Hoewel de avond niet optimaal in elkaar was gedraaid, was dit de perfecte afsluiter van het festival. Hulde aan Garçon Taupe, onze verlosser!

Het was jammer dat het oor de hele avond geen rust werd gegund, en dat het volume van alle acts en de muziek tussen de acts door erg hoog lag, zodat de keuze was tussen gehoorbeschadiging en oordopjes. En dat is jammer, want oordopjes - hoe duur ook - doen altijd afbraak aan de geluidskwaliteit. Ook duurden de acts iets te lang om alles interessant te laten blijven - tijdens de laatste acts was er duidelijk minder energie in de zaal dan eerder op de avond. Zo werd de avond minder toeschouwervriendelijk, en werd het een familiefeestje. Een echt goed alternatief voor Noorderslag is de avond dan ook niet geweest. Niettemin was het een goede poging, er was gekozen voor een goede afwisseling tussen bands en elektronische acts, en was er veel muziek te horen van hoogstaande kwaliteit. Het was zeker geen verspilde avond.

original article